In een cao maken vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers afspraken voor een bedrijfstak (of een grote onderneming) over de arbeidsvoorwaarden voor hun werknemers.
De afspraken in de cao zijn meestal gunstig voor de werknemer, met name ten aanzien van loon, arbeidsduur en vakantiedagen. Ook worden afspraken gemaakt omtrent scholing, mobiliteit en inzetbaarheid van werknemers.
Een werkgever moet de cao toepassen als het bedrijf de cao zelf heeft afgesloten of wanneer de werkgever lid is van een werkgeversorganisatie die een bedrijfstak-cao heeft afgesloten, wanneer de werknemer lid is van een vakbond, wanneer in de arbeidsovereenkomst naar de cao verwezen en wanneer het ministerie van SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de cao algemeen verbindend heeft verklaard.
Als de cao algemeen verbindend is verklaard geldt deze voor de hele bedrijfstak. Vrijwel alle cao’s zijn algemeen verbindend verklaard, maar het komt voor dat dit niet het geval is. Als een werknemer niet georganiseerd is en de cao ook niet in de arbeidsovereenkomstovereenkomst van toepassing is verklaard, kan de werknemer geen rechten aan de cao ontlenen.