Een aanvraag van een visum of een machtiging tot voorlopig verblijf vraagt men vanuit het buitenland aan bij de Minister van Buitenlandse Zaken. De Minister neemt vervolgens schriftelijk een beslissing op uw aanvraag, die u wordt toegezonden. Als uw aanvraag wordt afgewezen, kunt u daartegen bezwaar indienen bij de Minister van Buitenlandse Zaken.
Als u de uitkomst van de procedure in Nederland wilt afwachten, dan is het soms nodig om een zogeheten voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank.
Als uw aanvraag van een verblijfsvergunning of asiel is afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), of deze was weliswaar toegewezen maar wordt niet verlengd, dan kunt u daar een bezwaarschrift tegen indienen bij de IND.
Als de IND uw bezwaar afwijst, dan kunt u daar tegen in beroep bij de rechter binnen 4 weken betreffende een reguliere verblijfsvergunning, en binnen 1 week als uw aanvraag is afgewezen in een aanmeldcentrum.
Als u de uitkomst van de procedure in Nederland wilt afwachten, dan is het soms nodig om een zogeheten voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank.