Deze mogelijkheid bestaat altijd: als u en de andere partij het dienstverband beiden niet meer voort willen zetten, dan is dat uiteraard toegestaan.
Laat wel van te voren goed adviseren door een deskundige, zoals een in arbeidsrecht gespecialiseerde advocaat. Die vindt u op deze website!
Een dergelijk eindigen van de arbeidsovereenkomst moet u schriftelijk vastleggen, zodat duidelijk is wat u heeft afgesproken. Dat vastleggen van afspraken gebeurt in een “beëindigingsovereenkomst”. Nadat u dit heeft gedaan, heeft de werknemer een bedenktijd van 14 dagen, waarin de werknemer op de overeenstemming kan terugkomen. In de beëindigingsovereenkomst moet vermeld staan dat de werknemer een bedenktijd heeft van 14 dagen. Staat het er niet in? Dan heeft de werknemer een bedenktijd van 21 dagen.
Als een werknemer in beroep gaat van een vonnis van de kantonrechter (als dat vonnis ongunstig is voor de werknemer), zal de werknemer de afwikkeling erg op kunnen houden. Dat zal een werkgever onder druk kunnen zetten, om met de werknemer tot een beëindiging te komen van de arbeidsovereenkomst. Ook in het geval het UWV of de kantonrechter aan de werkgever geen toestemming geeft de werknemer te ontslaan, heeft de werknemer een relatief sterke onderhandelingspositie.