De Hoge Raad heeft op 27 november 1981 een uitspraak gedaan, tussen de partijen Boon en van Loon. In die uitspraak ging de Hoge Raad “om”, en besliste het voortaan in dergelijke kwesties op een andere wijze, dan daarvoor.
Voor deze uitspraak was het zo dat de door de ene partij – in die tijd was dat vrijwel altijd de man – opgebouwde ouderdomspensioenrechten na een echtscheiding volledig van die partij bleven, en niet met de ander hoefden te worden verdeeld.
In deze uitspraak van 27 november 1981 heeft de Hoge Raad besloten dat dat niet terecht is. De achterliggende gedachte is, dat pensioenrechten, worden opgebouwd ten laste van het (gezins-)inkomen. Aldus betalen beide partijen mee aan de opbouw, en hebben ook beide partijen recht op een uitbetaling van die opbouw.
Deze uitspraak gold enkel voor verdelingen van ouderdomspensioen van na die datum. Bent u gescheiden vóór de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 27 november 1981, dan kan er geen aanspraak worden gemaakt op verdeling of verevening van pensioenrechten.
Vanaf het moment dat de Wet VPS in werking trad, gold deze wet VPS.